Al sinds het moment dat wij als mensheid besloten om niet meer te struinen naar ons voedsel en erachteraan te rennen met speren, maar een hek om beesten en planten heen te zetten bestaat een groot deel van ons dieet uit vlees, zuivel en brood. Hier hebben wij behoorlijk wat eeuwen goed op kunnen gedijen, maar die tijden zijn voorbij. Bijna al het vlees valt onder ‘bewerkt’ vlees en is daarmee kankerverwekkend geworden. In zuivel zit lactose wat lastig afbreekbaar is wat onze darmen intolerant maakt en in brood zitten gevaarlijke gluten die diezelfde gevoelige darmen kapotmaken.
Gelukkig is er voor de groeiende groep bewuste consumenten die lactose intolerant en ‘gluten-allergisch’ zijn geworden een grote markt die daar handig op is ingesprongen en voor goud geld steeds meer lactose- en glutenvrije producten aan de man brengt. Voor iemand met coeliakie of een serieuze lactose-intolerantie is dit natuurlijk goed nieuws, nu is er voor hun ook eindelijk bier en chocolademelk die ze mogen drinken. Voor de andere mensen, die bij mij steeds vaker een cappuccino sojamelk of glutenvrij brood willen, omdat dat beter zou zijn voor de stoelgang lijkt het vooral een flink in de centen lopende hype. Al moet ik zeggen dat je, als je de symptomen op Google gaat lezen, waarschijnlijk ook wel iets herkent van jezelf en zelfs zou kunnen gaan denken dat jij je boterham met kaas voortaan moet laten voor wat het is om de AOW-gerechtigde leeftijd te kunnen halen. Voor degene die ik nu al heb afgeschrikt, de laatste vrouw uit de 20e eeuw had een dieet van rauwe eieren (krijg je kanker van) en koekjes (gluten, dus ook slecht) dus je kan je pensioenfonds wellicht nog gewoon dubbel en dwars terugverdienen.
Naast de lactose-intolerantie groeit de groep koemelk-intoleranten en ook voor hen zijn er genoeg alternatieven. Zo kon het RTL nieuws vol enthousiasme deze week melden dat wij Nederlanders steeds meer geitenmelk consumeren. ‘Op vakantie in Frankrijk hebben we geleerd geitenkaas te eten en nu hebben wij hem hier romiger en zoeter gemaakt om de kaas toegankelijker te maken voor de Nederlandse markt.’ Zo vertelt een geitenboer vol trots aan de camera. Het blijft zelfs niet enkel bij kaas, geitenmelk, geitenroomijs en geitenyoghurt zijn ook in opkomst. De verwachting is dat er door deze stijging de komende jaren heel wat melkgeiten bij zullen moeten komen om aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Ik vind dit op zich zeker goed nieuws, want allereerst ben ik absoluut een fan van praktisch alle soorten geitenkaas. Daarnaast zijn geiten een stuk duurzamer dan bijvoorbeeld koeien qua broeikasgassen uitstoot en qua voer dat de boer erin moet stoppen. Geiten werden vroeger niet voor niets ‘armeluiskoeien’ genoemd.
Er zit alleen nog wel een nare bijsmaak aan deze geitenkaas, -melk, -yoghurt, of –roomijs, want meer melkgeiten betekent ook automatisch meer geitenvlees. Ik ben al een paar jaar benieuwd hoe geitenvlees smaakt, maar kom het sporadisch bij de Islamitische slager en sowieso nooit bij de bekende supermarkten tegen. Met de kanttekening dat ik bij het laatst gevonden geitenvlees zeer mijn twijfels had of ik niet een random vleesfantasie van hond, kat, kalkoen, whatever aan het eten was, want er zaten erg veel ondefinieerbare botjes in en het smaakte niet naar geit.
Het is hartstikke mooi natuurlijk dat we nu een sorbet van geitenmelk kunnen maken, maar waarom is niet tegelijkertijd de geitenburger geïntroduceerd? Wat gebeurt er met alle afgemolken geiten en overbodige jonge bokjes?
Ik wil mij nu niet profileren als een dierenactivist die vindt dat de hele wereld veganistisch moet worden, want ik eet gewoon eieren zuivel en vlees en zie mijzelf daar ook zeker niet zo snel mee stoppen. Ik maak daarbij ook geen onderscheid tussen vlees afkomstig van beesten met een hoge of lage aaibaarheidsfactor. Mits het vlees goed is klaargemaakt, want na acht jaar werken in een restaurant zijn mijn smaakpapillen behoorlijk kieskeurig geworden wat betreft de bereidingswijze van eten.
Er zou echter wel wat meer aandacht mogen komen voor de bijproducten van ons vlees en zuivel. Zoals de scheten van onze koeien die zo erg stinken dat ze gaten in de ozonlaag slaan. De sojabonen waar ze zo van moeten scheten en waar hele regenwouden voor gekapt worden om ze te kunnen verbouwen. Maar ook het bijproduct jonge bokjes die niet rendabel genoeg worden bevonden om te ‘mesten’ tot ze slachtrijp zijn. Dit houdt in dat het merendeel van de pasgeboren bokjes, en ook geitjes een spuitje krijgen vlak na de geboorte. Bij kalveren gebeurt dit ook wel, maar enkel op het moment dat ze te licht bevonden worden, want kalfsvlees valt nog wel te verkopen.
Indirect vernietigen wij dus vlees op het moment dat we een toastje met geitenbrie smeren. Waar ik nu niet mee wil zeggen dat je dat toastje nu met een schuldgevoel naar dat geëuthanaseerde bokje moet opeten. Nee, wat ik wil zeggen is dat de lokale supermarkt ervoor moet zorgen dat er naast de brie ook de geitensaté, geitenkarbonade en geitenrookworst moet liggen. In Afrika heb ik gezien dat ze hele koppen vreten met ogen en al van die beesten. Gewone toegankelijke vleesproducten die we al kennen van de koe en het varken moeten dan toch niet te ingewikkeld zijn. Er wordt een hele heisa gemaakt over een slachterij die niet heel aardig zou zijn voor varkens vlak voor ze geslacht worden. Dat er in China honden worden gegeten, die wij de lief vinden om op te eten wordt gezien als ethisch onacceptabel, maar dat er beesten worden afgemaakt om als restafval te eindigen hoor je nagenoeg niets over.
Eigenlijk wil ik daar dan gelijk nog een schepje bovenop doen, want als wij dan straks die heerlijke geitenfrikadelletjes normaal vinden in de schappen van de supermarkt, kunnen we dan ook gelijk de Schipholganzenpaté en Muskusrattensaucijsjes invoeren?